
Portfolio
Producten
Doe mij maar FF |
[eerder gepubliceerd op www.fotoapparatuur.nl]
Wat is dit dan wel? Ene poging tot leering ende vermaeck over mijn zoektocht die leidde tot de aanschaf van een full frame body van Nikon, de D700. Toevallig heb ik ooit gekozen voor de Nikon productlijn en dat is me tot nu toe altijd goed bevallen. Zelfs de achterwaartse verdraagzaamheid (’backward compatibility’) waarbij je een twintig jaar oud MF objectief met uitstekende fullframe (!) kwaliteiten op de meest moderne DSLR body kunt gebruiken bevalt me uitstekend. Hoe is het allemaal zo gekomen? Ooit begonnen als enthousiaste hobbyfotograaf met een Pentax SFX SLR, knutselend in de donkere kamer met de gemaakte filmopnamen. In de beginjaren van de digitale beeldbewerking liet ik mijn filmmateriaal scannen door Kodak en op Kodak PhotoCD zetten. Voor die tijd best wel revolutionair. Al die gouden CDtjes zijn trouwens nog steeds prima leesbaar met de laatste versies van Photoshop. Draaiend op een PentiumPro systeem met WindowsNT4 was het een kwestie minuten wachten voordat een enkele bewerking op een foto was uitgevoerd.
We praten 2002 en de Nikon D100 kwam op de markt. Ik was verliefd, die moest het worden! Net genoeg geld voor de body plus een Sigma zoom objectiefje. Nu jaren later (een stuk kritischer en deskundiger) zie je op opnamen uit die tijd beeldvervorming, chromatische abberatie en vignettering terug. ´je wordt ‘hebberig’ van al dat technologische speelgoed´Inmiddels begon ik ook last te krijgen van het N(ikon) A(cquistion) S(yndrome), met andere woorden, je wordt ‘hebberig’ van al dat technologische speelgoed. Het specifieke macro glas moest er komen. Dat werd de Tamron 90mm, een mooi stuk optisch speelgoed. Met een goede prijs/prestatieverhouding trad ik binnen in de wondere wereld van de macro fotografie Als rechtgeaard IT-er zijnde moest natuurlijk iedere keer je computer ook meegroeien met de fotoapparatuur acquisities. Want met hogere resolutie (met de aanschaf van de D100) kwam daar het Nikon RAW formaat om de hoek kijken. Dat vereiste meer CPU power, meer intern geheugen, opslagruimte, backupapparatuur, een kwalitatief betere printer, een fraaier beeldscherm en ga zo maar door. Bij de D100 zat Nikon View verpakt. In die dagen prima geschikt voor de conversie van RAW naar JPG of TIFF. Nu vraag je je af hoe je ooit daarmee hebt kunnen werken… Langzaam aan besefte ik dat ik sinds de overgang van mijn Pentax SLR naar de digitale wereld een stap was teruggegaan met betrekking tot het formaat van de beeldsensor. Immers die dia positief en negatief films waren op 24×36mm belicht en de sensor in de D100 was ‘maar’ APS formaat. Af en toe dook er informatie op in de pers en de diverse fora over de wereld dat er in de toekomst zogenaamde fullframe bodies op de markt zouden komen. Maar, werd er bij verteld, dat zou voorlopig alleen voor de echte profi’s haal- en betaalbaar zijn. Dat, in het achterhoofd houdende, begon ik me te bedenken dat je dan ook fullframe objectieven nodig had om optimaal gebruik te kunnen maken van zo’n nieuwe fullframe body. Ik merkte dat bij het gebruik van bijvoorbeeld mijn Sigma 10-20mm objectief er zelfs met mijn DX body vignettering optrad. Dus tja, hoe erg moest dat wel niet zijn met een fullframe body? Hoewel ik er achteraf achterkwam dat het filter wat ik op dat breedbekglas had geschroefd, de vignettering veroorzaakte… Bij iedere nieuwe (al dan niet geplande) aanschaf van een stuk glas voor mijn Nikon body nam ik me voor zoveel mogelijk voor fullframe te gaan en proberen mijn DX formaat glaswerk van de hand te doen.In de tussentijd kwam de Nikon D200 ter wereld. Weer een hele verbetering op het gebied van resolutie, degelijkheid, mogelijkheden en beeldkwaliteit. Zo gezegd, zo gedaan. De D100 verkocht aan een familielid en de D200 als nieuwste loot van het NAS gebeuren aangeschaft. Daar kwamen in amper een jaar tijd, ook nog een Nikkor 24-70mm, een Nikkor 80-400mm, een Nikkor 105mm VR en een Arsat 80mm T/S bij.De 18-200mm VR, de Sigma 10-20mm, de 17-35mm, de Tamron 90 en 180mm macro hadden daarvoor al het veld geruimd. De afgelopen maanden nog een drietal ‘oude’ stukken glas aangeschaft. Te weten een Nikkor 50mm 1.8 AIS, een Nikkor 50mm 2.0 AIS en een Nikkor 20mm AIS. Alledrie MF en dankzij eBay voor een schappelijke prijs. Ouder en wijzer geworden, ga je ook beseffen dat met deze ’simpele’ objectieven je ook goed doordachte opnamen kunt maken. Is het nu compleet? Ja, zeg ik volmondig. Maar ergens kriebelt het altijd wel een beetje als je ziet wat voor een mooie nieuwe spullen er op de markt komen. Ik ‘NAS’ alleen nog naar de Nikkor 14-24mm. `Is het het allemaal waard geweest?`Resumerend, is het het allemaal waard geweest? Als je puur naar de financiën kijkt natuurlijk niet. Maar dat is geen enkele hobby. De lol en de voldoening? Ja, dat wel! -De grote vraag; is fullframe nou beter of slechter dan DX formaat? Eerlijk gezegd, voor mij persoonlijk heeft het in zoverre weinig uitgemaakt, dat mijn foto’s nou niet plotseling beter geworden zijn (in zowel technisch als compositie opzicht). Wel ben ik van mening dat het er uiteindelijk makkelijker en technisch eenduidiger op geworden is. 50mm is 50mm. Een objectief omgekeerd aan een balg hangen voor extreme macro opnamen; de viewfinder is (nou ja, bijna) precies 100%. De hoge ISO gevoeligheid van de fullframe body eens uittesten en tot de ontdekking komen dat anno nu zaken mogelijk zijn, die met film gewoon niet konden. Het dynamisch bereik inmiddels zo goed is, dat je je afvraagt of je nog wel met HDR moet gaan rommelen. Kortom, ik zie het als meer puurder fotograferen, met alle voordelen van de technologische vooruitgang en de karakteristieken van de ouderwetsche film SLR. Maar alleen fotografisch bekeken? Ik denk dat je met een goede DX body en kwaliteitsglas net zo ver komt. En soms kan het handig zijn die cropfactor; moet nog steeds wennen dat mijn 18-200mm op de D200 eigenlijk een 24-300mm objectief was. In datzelfde bereik heb ik nu de 80-400mm VR (helaas wel een kilootje zwaarder). Kan ik bij mijn eigen foto’s zien of het nu FF of DX opnamen waren (nee, niet spieken in de EXIF gegevens)? Nee, zolang je niet alles opblaast tot enorm formaat of aan het pixelpeepen slaat, zie ik het verschil niet. Ik zie nog eerder een evolutie van een ’simpele’ digitale camera (de Minolta DiMAGE7), via de D100, D200 naar de D700 toe. Met in datzelfde traject, de vooruitgang in gebruikt glas, de nabewerkingsoftware en de door de fotograaf opgedane werkervaring. Toch nog even terugkomen op de techniek achter het sensorformaat. Waarom waren de eerste digitale camera’s eigenlijk gewoon gelijk niet voorzien van hetzelfde formaat sensor als dat van oorsprong kleinbeeldcamera’s hadden (24×36mm)? Dat was een kwestie van geld en technologie. Er waren (in de beginjaren van de digitale fotografie) gewoon geen grootformaat digitale beeldsensoren te verkrijgen die gebruikt konden worden in consumentenproducten. Maar zoals iedereen weet, gaan de technologische ontwikkelingen snel. Eén van de eerste digitale camerabodies, bedoeld voor fotojournalisten (in 1991) was een Nikon F-3 voorzien van een 1,3 (!) megapixel Kodak sensor. De Space Shuttle Discovery werd in september 1991 uitgerust met een speciaal omgebouwde Nikon F4, voorzien van een 1 megapixel zwart/wit CCD sensor met een actief oppervlak van 15×15mm. Zie: http://www.nikonweb.com/nasaf4/ Wow, nu lachen we er eigenlijk om, want zelfs de speelgoedcameraatjes van de Intertoys en de Blokker hebben al een hogere resolutie. Waar nu precies het oorspronkelijke formaat van 24×36mm vandaan komt, is me niet helemaal duidelijk. Voor zover ik kan terugvinden is in 1913 dit formaat voor het eerst gebruikt en later populair geworden met de komst van de Leica camera die een Kodak film gebruikt in het formaat 24×36mm (verhouding 2:3). Zie: http://www.bambooweb.com/articles/l/e/Leica.html Hierboven zie je een vergelijking tussen de diverse sensorformaten, gebruikt in allerlei soorten camera’s. ´ het is niet een kwestie van ALLEEN maar resolutie van de gebruikte sensor´Ik ga niet uitweiden of meer pixels nou beter is of slechter, want simpelweg gezegd, het is niet een kwestie van ALLEEN maar resolutie van de gebruikte sensor. Het geheel van het optische systeem (lenzenstelsel van het gebruikte objectief), de vastlegging door de digitale sensor, de tussenliggende filters in de camerabody. De specifieke gebruikte sensor, (CCD, CMOS, of andere technologieën), de technische specificaties van de gebruikte sensor, de in-camera beeldbewerking, de nabewerking door de gebruiker. Kortom, een heel traject, waarbij iedere stap in meer of mindere mate van invloed is op het uiteindelijke resultaat. En vergeet niet, hoe mooi en/of geavanceerd de gebruikte technologie ook moge zijn, uiteindelijk bepaalt de man/vrouw die de ontspanknop bedient, het uiteindelijke resultaat. Zo heb ik wel eens foto’s gezien van Paul Huf, waarvan ik denk, wat is die opname ongelofelijk goed! En dan bleek dat hij die met een onooglijk compactcameraatje had gemaakt… Het oog van de meester, zullen we dan maar zeggen. Op Wikipedia is ook de nodige informatie te vinden over full frame digitale spiegelreflexcamera’s: http://en.wikipedia.org/wiki/Full-frame_digital_SLR Een fraaie vergelijking tussen de diverse beeldsensoren en de technische opbouw van een camera is te zien op deze beelden: De Minolta DiMAGE7: http://a.img-dpreview.com/reviews/MinoltaDimage7/Images/dimage7seethru.jpg De Nikon D700: http://a.img-dpreview.com/reviews/nikond700/images/specsview.jpg Wel heeft het gebruik van al dan niet een fullframe body versus een APS formaat body, consequenties voor de gebruikte objectieven. Immers de projectie van het invallende beeld dient aangepast te zijn aan het oppervlak van de gebruikte sensor. Vandaar dat je de term cropfactor tegenkomt bij niet-fullframe camera’s. Zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Crop-factor Het ontwikkelen en produceren van fullframe objectieven is ook een preciezer en kostbaarder proces dan een objectief waarvan, naar verhouding een kleiner gedeelte van het gebruikte lenzenstelsel bepalend is voor het uiteindelijke beeld. Simpel gezegd, het hele glasgebeuren moet van centrum tot rand optisch in orde zijn en een zo vervormingvrij beeld opleveren. -Hoe meer je je verdiept in de materie, hoe kritischer je wordt op je zelf en de gebruikte spullen. Waarschijnlijk een van de marketing aspecten die door bedrijven als Nikon toegejuichd wordt. NAS kan besmettelijk zijn. Plotseling valt het op dat bij 200% vergroting van je laatste macro foto er toch nog wat kleurafwijking te bespeuren valt en er eigenlijk een nog beter stuk optiek moet komen. Alhoewel de economische crisis voorlopig een boycot heeft veroorzaakt op mijn persoonlijke NAS. -De digitale fotografie apparatuur is natuurlijk maar één kant van het verhaal. Nog veel meer dan bij de analoge beeldverwerking is bij de digitale uitvoering, de gebruikte nabewerkingsmachinerie (in casu je PC met Photoshop) net zo belangrijk. Immers, plaatjes maken zonder ze ooit te bewerken en weer ergens voor te hergebruiken, al dan niet op het wereld wijde web, is ook zo doelloos. En hoe bewaar je alles (al dan niet voor het nageslacht)? Archiveren op optische media? Hoe lang is dat nog betrouwbaar leesbaar? En is er over tien, twintig jaar nog apparatuur beschikbaar om die fotobestanden van de allereerste digitale camera’s te kunnen teruglezen, respektievelijk te kunnen bewerken? Tot nu toe gebruikte ik zelf goede kwaliteit gouden CD’s. Beschrijf ze met helft van de aanbevolen schrijfsnelheid. Bewaar ze op een klimatologisch stabiele plek en ik moet zeggen, de Kodak PhotoCD’s van vijftien jaar oud zijn nog steeds prima te lezen met de nieuwste versie van Photoshop. Af en toe is dat best wel leuk; een oude (gedigitaliseerde) opname tevoorschijn halen en kijken of je met de huidige software en vaardigheden daar een fraaier plaatje uithaalt dan destijds. Was het herkenbaar, dit relaas? Voor opbouwende commentaren, op- en aanmerkingen kunnen jullie me bereiken via het forum van fotoapparatuur.nl Erik Haak, juli 2009. |
